door Stan Panis | Prospectievondsten
Na het roken van een pijp blijven er aangekoekte resten achter van de verbrande tabak. De ketel maar ook het rookkanaal dient dan schoongemaakt te worden. Voor dit doel werden pijpenwroeters ontworpen. De pijpenwroeter is meestal een stevige pin, al of niet versierd,...
door Stan Panis | Prospectievondsten
Hop kreeg na het midden van de 19de eeuw een loden zegel om vervalsingen tegen te gaan bij de verkoop. De hop van de streek van Poperinge en de hop van de streek Aalst-Asse hadden ieder hun specifiek verzegellood met jaartal dat een waarborg bood aan de brouwer. Toch...
door Stan Panis | Prospectievondsten
De Kempische boer leerde de boerenstiel van de Haspengouwse boer Rond 5.300 voor Christus vestigden de eerste boeren zich in Haspengouw, aangetrokken door de vruchtbare grond. Ze hielden ook runderen, varkens, geiten,.. Kenmerkend voor deze cultuur is het aardewerk...
door Stan Panis | Prospectievondsten
De tap van de tapkraan bestaat uit een holle buis met een lengte van 6 cm en een diameter van 12 mm. Waarschijnlijk was de tap iets langer want het achterste deel is afgebroken. Het mondstuk is vierhoekig waarbij de randen zorgvuldig werden afgeschuind. Het...
door Stan Panis | Prospectievondsten
Knikkers werden vroeger in het Kempense dialect ‘errebollen’ genoemd. Het woord ‘errebollen’ komt van aarden bollen. Voor de Tweede Wereldoorlog werden knikkers meestal van klei gemaakt. Grootvader kent nog wel de knikkers gemaakt uit de lokale roodbakkende klei....
door Stan Panis | Prospectievondsten
Het probleem bij prospectievondsten is dat ze niet in situ gevonden worden. In het beste geval worden ze door de ploeg ter plekke naar boven gehaald. In deze situatie kan, in relatie met de andere vondsten van de site, de vondst mogelijk gedateerd worden. Het probleem...